"Kandy, Kandy, Kandy". Inderdaad van Iggy Pop, antwoord op de afsluitende vraag van gisteren. Vandaag doen we ook zeker deze bruisende stad aan en vandaag is de stad bijna spuitend als een goede Champagne. De stoepen stropen vol en de verschillende politie corpsen, zelf militair, zijn in de stad. Vanwaar deze heisa?
Het festival Perahera start vanavond. Via een parade worden enkele relikwieën van Budha getoond aan het publiek. De tand is daarvan het belangrijkste. Het is een heel belangrijk geloof voor de boedishsten en daarom komt er veel volk op af. Aangezien de eerste dag altijd een speciale betekenis heeft voor de kinderen, worden deze in tientallen op armen gedragen of meegesleurd.
De eerst sterk gelovigen zitten al langs de route. Vergelijk het met de mensen die op 26 april al hun stekkie voor de vrijmarkt aan het claimen zijn. In de parade spelen olifanten al sinds oudsher een grote rol. Bij het verlaten van het hotel werd er net eentje binnengereden.
Als westerling kan je hier heel veel van vinden, maar deze traditie wordt daarom niet anders ingevuld. Slecht inderdaad, maar als ik daarom niet ga kijken, zullen zij het niet nalaten. Het heeft pas effect als de duizenden gelovige niet meer thuis geven.
Ingrid en ik gaan de Temple of the Tooth bezoeken. De jongens gaan chillen in de schaduw. Ik zie aan Ingrid dat ze voor de vorm meegaat. Er is een lange opgang naar de tempel. We zien niet direct waar de tickets gekocht moeten worden. Het is er overigens lekker druk, waarschijnlijk in verband met deze feestdag.
Om het hoekje vinden we het elektronische loket voor de buitenlanders. Lekker weer gescheiden van het inheemse bezoek om maar een hogere prijs te kunnen vragen aan de buitenlanders. Het voelt toch een beetje vreemd. Bij het loket worden we wel geholpen door een vriendelijke man. Soms heb ik alleen moeite om die vriendelijkheid te accepteren, aldaar de oprechtheid soms moeilijk te doorgronden is. Door te veel ervaringen, weet ik dat er soms een financieel addertje onder het gras zit. Deze keer dus niet.
De schoenen kunnen we lekker stallen en nu zijn we wel voorbereid. Ik heb mijn sokken aan en Ingrid heeft een paar bij zich. Aangezien het veelal binnen is, zijn de sokken bij nader inzien niet nodig.
Het gebouw doet van de buitenkant niet af als een tempel. Het lijkt eerder het vakantieverblijf van de Allerheiligste. Bij het betreden van de centrale hal, is het een beetje zoeken naar de logica. Deze ontbreekt een beetje. Enige dat we zien is het bordje naar de uitgang, maar dan wordt het een bliksembezoek.
De regel is dan dat je kijkt waar de locals naar toe gaan en volg je hun net of je het elke dag doet. Twee trappen en we staan waar de magie gebeurd. Drie rijen dik staan er boedishsten zich te vergapen aan een altaar. Het mooie van dit geloof zijn de offers die ze brengen. Bergen met heerlijk geurende bloemen liggen op een soort lange toonbank voor het altaar. Bloemblaadjes die op de grond zijn gevallen, worden naarstig bij elkaar verzameld om op de berg te leggen of in soort van donatie boxen te proppen.
Er is één regel in een boedishtische tempel en dat is dat je geen foto's met de rug naar beeld of relikwie maakt. Een selfie of portret voor het altaar zijn dus verboden. Echter zijn er lapswansen, die zich niet het fatsoen kunnen op brengen zich hier aan te houden. Overigens zijn dit niet alleen toeristen
We lopen trappetje af en trappetje op om het gebouw wat meer te bekijken. Het ziet er weer prachtig versierd uit. Op onze route komen we ook nog in een zaal met een goud budha beeld. Aan weerszijde van het beeld zijn een aantal mensen druk doende om de gewaden van de olifanten te construeren. Alles voor de parade van vanavond.
Bij het naar buiten lopen staan de olifanten van dienst te chillen. Ze worden door vele omstanders gapend bewonderd. Snel zoeken wij de boys op en ik geef aan dat dit toch wel de mooiste tempel was, die ik ooit had gezien. Ze kennen mij echter te goed en doorzien mijn grap.
Karsten had gisteren een winkelcentrum ontdekt en we sturen daarop af. Het is wel een uitdaging om je een weg te banen door de toenemende mensenmassa. Gelukkig is het kort bij en duiken we de airco en relatieve rust in. De verschillende lagen worden door ons geïnspecteerd. Het is een karige bezetting van winkels en diversiteit.
Als we weer buiten staan, beslissen we de kruidenmarkt te gaan bezoeken. Gelukkig ook niet ver weg. De weg erheen loopt door de goederenmarkt en net als gisteren krijgen we ongevraagd een gids. Geleerd van gisteren verstoppen we onze vriendelijkheid achter een negerende en norse blik. Het blijkt te werken.
Op de kruidenmarkt blijft Ingrid net iets te lang voor een kraampje staan. Helaas is dit de vrijbrief om onze vanuit alle gewesten te bestoken met advies en goede prijzen.
Het is zonde, want het neemt bij ons veel plezier van het bezoeken van dit soort locaties weg. Het enige is dat ik het ook wel weer snap. Deze mensen hebben het geld hard nodig en bij ons kunnen ze het vask halen. Een evenwicht wat niet makkelijk te verstoren is.
Op naar het hotel om een beetje op te frissen en dan op naar de parade. Vanuit verschillende hoeken is ons op de mouw gespeld om op tijd te zijn. Ten eerste voor een goede plek en ten tweede als het te druk is, sluiten ze de boel af.
Natuurlijk weer iets later dan eerder gepland lopen we naar route. Dat was uitgezocht. Hoe dichterbij we komen, hoe drukker het wordt. Daarnaast merken we steeds meer controle en politie machten. Voor we het gebied in mogen, worden onze tassen gecontroleerd en worden we gefouilleerd. Ingrid zelf in een pashokje. Niet te veel bij nadenken.
Langs de route zien we op de trottoirs schouder aan schouder mensen zitten. Er past niks meer tussen. Hier en daar zijn nog betaalde plekken. En hoewel we dat niet prefereerde, logisch, gingen we toch overstag. We zitten en het is nog geen zes uur. Voor ons op de grond zitten dus allemaal locals. Op dunne doeken, kleedjes en zelf isolatiedekens. En ze zitten er al even.
Ondanks dat er nog geen parade is, voltooid er wel een heel schouwspel voor ons af.
Eerst wordt de straat van links naar rechts schoongeveegd door de dienders. Achter hun stroomt de straat net zo snel weer vol. Dan de andere kant op, met het zelfde resultaat. Daarna wordt de straat natgespoeld. Dan komt er weer een ander bataljon opdraven. Dan worden nogmaals onze tassen gecontroleerd. Als laatste komt de belastingheffing voorbij, althans dat denk ik. De betaalde zitplaatsen worden geteld en er wordt afgerekend met wat lijkt op overheidsmedewerkers. Geloof en geld, gaat hand in hand.
Dan om half negen, inderdaad 3 uur na aankomst, horen we harde klappen. Mannen met zwepen zijn de boosdoeners. Het gaat dus beginnen. De optocht is voorzien van veel kabaal door trommels en fluiten, je kent ze van de slangenbezweerders. Licht van vuurkorven, gevuld met kolen, op palen en beweging van dansers, denk dan aan bollywood.
Bij de aanblik van de eerste olifant is de verbazing nog groot. Het is een indrukwekkend fenomeen en had het niet willen missen. Zeker het moment dat het belangrijkste relikwie langskwam, was de spanning in het publiek voelbaar. De hele tijd zat iedereen op de grond, maar bij de aanblik sprong iedereen op.
Karsten heeft inmiddels goed contact met zijn voorbuurvrouw, ze zit haast op schoot, en Ingrid heeft haar schoondochter voor haar. Volgens haarzelf dan welteverstaan. Moet zeggen, was een mooie meid, maar Jesper deelde die mening niet.
De tocht is dan al een uur verder, als wij reikhalzend om de hoek turen of nu echt de laatste olifant is gepasseerd. Karsten begint zelfs weddenschappen af te sluiten. Hij verliest ze allemaal. Pas als de olifant met de laatste kleur uit de boedischtische vlag voorbij is gekomen, toepasselijk de oranje olifant, beginnen de locals op te staan.
We vouwen ons uit onze tuinstoeltjes en waggelen naar het hotel toe. Er wordt nog gestopt om te eten en wat te drinken, maar dan is deze dag ook weer ten einde.
Morgen beginnen we aan één van de mooiste treinroutes van de wereld. De reis van Kandy naar Ella. Wij maken nog een tussenstop in Nuwara Eliya. Een plek die ons door meerdere personen aangeraden is. Hier maar ook thuis door familie. Het betekent vroeg op, dus rond ik dit maar snel af. Kledeng, kedeng morgen en nee hiervan hoef ik geen uitvoerend artiest te weten.