Heerlijk uitgerust wordt het gezelschap de volgende dag wakker. Iedereen behalve één, hij maakt er een sport van. Aan de ontbijttafel worden de plannen voor deze dag gemaakt. Dat is het voordeel, maar ook gelijk het nadeel dat jezelf reist. Voordeel is lekker flexibel en geen gezeur over verzameltijden en busritjes, maar het nadeel is dat je alles zelf moet verzinnen. Het is een breekbaar evenwicht. Na de democratische stemronde wordt bepaald dat wij ons vizier richten op het Royal Palace en Wat Pho tempel, voor de ochtend. De kledingvoorschriften die bij deze bezoeken horen, worden door ons allen minder positief opgepakt, de lange broek.
Wij controleren elkanders kleding en dan kunnen wij aan de wandel. Nog geen vijftig meter van ons hotel werden wij geholpen door een Thaise heer op een scooter. Hij wijst ons de juiste kant op. Dan begint de beste man direct over dat het paleis gesloten is. Aangeduid karakteristiek met beide armen gekruist voor zijn lichaam. “Close” komt uit zijn mond. Ik kijk vertwijfeld, maar Ingrid is resoluut. Met ferme stappen gaat ze in de richting van het paleis. “Ze zeggen dat allemaal, moet je niet geloven. Ze proberen je iets anders te laten gaan doen en daar aan te verdienen.” Bij deze wijze woorden haal ik mijn schouders op en ben ik voor een keertje volgzaam.
Het is best benauwd en het is altijd wel weer een beetje inkomen met de vibe van Azië. Opletten waar je oversteekt, niet overal op reageren, voornamelijk TukTuk rijders, en vooral niet te snel willen gaan. Vooral in lange broek. Dan een twee Thaise heer die aangeeft dat het gesloten is, zou het dan toch niet echt zo zijn. Het is immers een feestdag. “Nee, ik heb het gelezen, is elke dag geopend” zegt Ingrid. Ik breng er helemaal niks meer tegenin.
Via een gekoelde ruimte onder de grond, worden we uiteindelijk naar het paleis geleid. Kunnen we niet even wat langer hier blijven? Misschien drogen dan de zweetdruppels op mijn rug op. De entree tot het paleis is 500 Baht, pittige prijs voor deze omgeving. Ik word door de bewaking gemaand, geen foto en video, en ja ik loop met spiegelreflex en Gopro. Ook hier ben ik volgzaam en ruim alles op.
Eenmaal binnen valt mij de drukte op. Krioelend geniet de menigte van de pracht en praal. Ik vind het ook mooi, maar verbijt mezelf omdat ik niks kan fotograferen of filmen. Telefoon is geen probleem, want het grote Aziatische deel van de menigte maakt veel foto’s met hun mobiel. Ik sluit mij daarbij aan, maar als ik later meer en meer professioneel materiaal om mij heen zie, leeg ik mijn rugtas en fotografeer en film ik er op los.
Het paleis is gedecoreerd zoals je zou verwachten in deze omgeving. De statige wachters doen mij alleen denken aan de Waterlelies attractie in de Efteling. Als jong kind was ik bevreesd voor de uitdrukking op de beelden. Nu steek ik bijna mijn tong uit naar de beelden. Mentale groei?
Na het pracht en praal van het paleis begeven wij ons naar de Wat Pho tempel, ons eerste tempelbezoek deze reis. Dat alles hier met een vraagstelling in de naam begint ‘Wat’ is voor ons Hollanders misschien een beetje vreemd. Op weg naar deze tempel worden we wederom gewaarschuwd dat het dicht is. Alleen nu geloof ik er geen snars meer van. Stoer wuif ik de beweringen weg.
Aangekomen was het inderdaad niet dicht. Entree hier 300 Baht per persoon. Deze tempel is bekend van zijn grote liggende Buddha. Prachtig tafereel alleen bijna onmogelijk om goed vast te leggen op de foto. De panoramische versie maakt de Buddha minstens zeven maanden zwanger.
Achter de Buddha kan je muntjes in kommen gooien, een rij van wel 50 meter. Bij muntjes gaat Karsten altijd aan. Voor 20 Baht ‘koopt’ hij een bakje muntjes waarvan hij driekwart in de kommen gooit. De rest verdwijnt in zijn zak. Het is hier ook best weer een groot complex met rijen van Buddha beelden en veel historisch besef rondom het geloof. Ik word altijd hebberig en wil het meeste allemaal fotograferen en filmen. Als dan de honger is gestild of eerder het geduld van mijn medereizigers op is, verlaten wij via de aangegeven route het complex.
Buiten gekomen wordt ons weer van alles aangeboden. Hier hebben wij geen behoefte aan. We lopen een aantal minuten als de wens voor geautomatiseerd vervoer groeit. Na wat onderhandelingen stappen we in een TukTuk, terug naar het hotel.
Een gedeelte checked de watertemperatuur van het zwembad. De rest, ik, zoekt zijn rustmoment ergens anders. Het is dan inmiddels 16 uur dus tijd voor regen. Met een Grab taxi laten we ons afzetten bij een mega mall, Icon Siam. Bij binnenkomst glimt de pracht en praal van het interieur ons tegemoet.Het is er gezellig druk en leuke winkels om te bezoeken. Ik maak meerdere foto’s en filmpjes van het rijkelijk uiterlijk vertoon. Dit heb ik nog nooit gezien.
Elke trap en elke stap verstomt mijn verbazing meer en meer. Hoe kan in dit land waar de elektriciteitskabels boven de weg schommelen, een land waar het gemiddeld inkomen gedecimeerd is ten opzichte van het westen, zo een winkelcentrum neerzetten.Het gaat er bij mij niet in. Als toerist geniet ik hier van.
Op de bovenste verdieping dansen een aantal verklede Aziaten, Cosplay, dansjes op K-pop-achtige muziek. Jesper kan deze cult groep niet bevatten en besluit er ook niet van te genieten. Ik laat hem even.
Het idee was om bij een night/weekend market wat te gaan eten. Echter als je in de taxi op weg ernaartoe er achter komt dat het meeste gesloten zal zijn, is dat niet conform de verwachtingen. Aangekomen was er dus nog weinig open en al helemaal geen eetmogelijkheden. Verslagen beslissen we wederom een taxi te pakken, op zoek om onze hongerige magen te stillen. Voordat wij een taxi kunnen bereiken, lopen we langs een gelegenheid waar nog geserveerd wordt. Enthousiast worden we binnen gesleurd en enthousiast staan we het toe.
De grote prawns zijn in de aanbieding. Ingrid bedenkt zich geen moment, Jesper eet toch wel mee. Iedereen besteld wat en Jesper in het bijzonder de groene curry. Er wordt nog nagevraagd of deze niet te pittig is. Of het nu komt door de volgorde van de vraagstelling of het lage niveau Engels van het bedienend personeel, pittig was de curry. De zweetparels verzamelden zich op zijn bovenlip, maar zoals het een echte volwassenen betaamt, zet je door.
Op naar weer een Grab taxi en terug naar het hotel. De meesten gaan nog even een wandeling maken over een ontwaakte Khao San, de feeststraat van Bangkok. Gisteren door het alcoholverbod leek het wel de Lange Lindenlaan in een uitgeblust dorpje. Vandaag drukken de beats haast je hart uit je lijf en waar gisteren niemand je besprong om je over te halen tot een plezant verblijf op hun terras, werd ons nu drugs, wiet en lachgas, emmers drank en vooral een plek aangeboden. Wat een verschil met gisteren.
Vijfenzeventig procent van het gezelschap ploft na een omwenteling neer op een terras. Ook hier is het drank embargo opgeheven en daardoor genieten we nog lekker van een versnapering. De overige vijfentwintig procent wordt nog even bericht en schuift later ook aan.
Jesper was niet mee naar Khao San en wilde dit toch nog even zien. Samen met hem liepen we nog een keer over deze drukke, feestende straat. De mensenmassa was nog groter geworden net als de beats uit de boxen. Als ruziënde broers probeerde de aangrenzende bars elkaar te overstemmen in plezier en vertier. Het vergelijkend onderzoek van Jesper werd als positief afgesloten. Misschien toch wel is leuk om met vrienden terug te gaan. Ik voelde als vader gewoon een band met mijn opgroeiende zoon. Samen lopen door een feestende massa en samen als kinderen in de snoepwinkel rondlopen. Ik was weer een stukje closer geworden met mijn zoon van achttien. Een gelukkige vader.
Morgen verplaatsen we ons naar Kanchanaburi. Hoe, wat en wanneer zien we morgen wel weer. Tot morgen.