Deze website maakt alleen gebruik van cookies om uw online gedrag op deze website te kunnen analyseren. Met deze gegevens zullen wij de website kunnen verbeteren ten doeleinde om u beter van dienst te zijn. Bij het achterlaten van een reactie, wordt naast uw ingegeven naam ook het ip-adres vastgelegd. Dit in verband om misbruik van deze functie te voorkomen. Wilt u meer informatie, kunt u een mail sturen naar info@lequin.nl. Let op: Wij geven uw informatie niet aan derden.

Tempelhoppen

Vandaag zijn we in de heren. Ofschoon zijn we in de Boeddha. Niet iedereen binnen het gezelschap heeft dezelfde fetisj voor alles wat voor het geloof uitgebeeld wordt. Maar ik leg alles gewillig vast op de gevoelige plaat. De stroming of geloofsachtergrond maakt mij geen bal uit. De affiniteit met de Aziatische stromingen, boeddhisme en hindoeïsme, is iets groter dan de meer stromingen van andere aard. Het goud en de extraverte vertoningen van het geloof uit deze regio is gewoon te mooi om niet te bezichtigen. Hoewel na een week Thailand, ik nu ook wel een beetje moe begin te worden van het goud dat blinkt. Maar laat dat de rest maar niet weten.

 

Het jonge spul is weggestuurd om aan een koordje tussen de bomen te gaan slingeren. Ik met mijn dieptevrees pas hiervoor en Ingrid is solidair aan mijn angst. Haar argument dat ze geen achttien meer is, klopt als een bus, maar ga ik zeker niet bekrachtigen. Het moet wel gezellig blijven.

Wij gaan dus gezellig op tempelbezoek. Als je in Chiang Mai bent, is de keuze reuze. Bij de vraag waar we heen gaan, heb ik ook niet direct een sluitend antwoord. Een online onderzoek helpt mij ook niet, want de top drie is allemaal interessant. Uiteindelijk hak ik de knoop door en gaan we naar ‘Wat Phrathat Doi Sethup’. De hoog gelegen tempel gaan we bezoeken aan de hand van een Grabtaxi. Voordat we vertrekken vraagt de alleraardigste chauffeur of hij op ons moet wachten. Google Translate laat hem weten dat het goed is en dat wij hem in cash voor de terugreis zullen betalen. De heenreis gaat van de kaart.

De schade voor de rit is ongeveer 440 Baht, voor een goed half uur rijden. Het gaat bijna vlekkeloos, want zijn voiture weigert een kleine stijging goed te overbruggen. Het is vlak voor het eindpunt, dus wij tellen het niet mee. Uitgestapt twijfelen wij wat te doen. Overbruggen we de 300 treden of gaan we met de kabelbaan omhoog. Het kost volgens online maar 50 Baht. 

Wij kiezen voor de comfortabele route omhoog. De fee voor de kabelbaan blijkt dan maar 20 baht te zijn. De overige 30 zijn voor de entree. Valt toch wel weer mee, want 20 Baht is omgerekend 51 eurocent. Boven aangekomen mogen weer eens de schoentjes uit om het hart van de tempel te kunnen bezoeken. Het is een mooie tempel, maar het is niet bijzonder. Ik schiet mijn plaatjes en Ingrid wacht elke keer geduldig op 10 meter afstand. Als we het hart verlaten en de contouren van het verblijf verder analyseren, vallen een paar dingen op. De mooie uitzichten over de stad Chiang Mai. Helaas is het bewolkt en heiig, maar met wat fantasie kan ik mij voorstellen hoe het er bij schitterend weer uit ziet. 

Het tweede wat opvalt, en dit is geen reclame praatje, zijn de hopen aan honden poep op de plavuizen rondom de tempel. Het lijkt wel Amsterdam uit de jaren 80 wel. Het aroma van een net geproduceerd heuveltje komt mij tegemoet. Je herkent het als een hondenbezitter. Niet iets om trots op te zijn.

Waar de makkelijke weg omhoog is gekozen, kiezen we ook voor de makkelijke weg omlaag, via de trap. De rij bij de baan is lang, plus dalen is vaak fijner dan stijgen. Binnen minuten zijn we beneden in het levendige plaatsje dat zich heeft ontpopt aan de voet van de tempel. We struinen iets langs de winkeltjes en genieten van de etensgeuren die ons tegemoetkomen.

Ik app de chauffeur met een foto waar we staan. Hij komt als een duveltje uit een doosje achter ons vandaan. In mijn beleving was de auto donkerrood, maar bij aankomst glimt de antraciete kleur mij tegemoet. Hoe kan een mens zich vergissen. Hij brengt ons terug naar het hotel en als we dan afrekenen met de fooi, is de dag van deze beste man al geslaagd en goed. Dankbaar kijkt hij ons de auto uit. Het geeft mij dan toch een goed gevoel.

Na een lichte lunch scheiden de wegen van Ingrid en mij. Zij heeft geen zin in meer tempel, pracht en praal en kiest dus voor het hotel. Ik steek over en maak mijzelf op voor een tippel naar de dichtstbijzijnde tempel.

In mijn ooghoek valt mij oog op een stel Nederlanders. Ik herken een lid van dat gezelschap en loop op de tafel af. Inderdaad mijn oud collega van de HEMA Astrid met haar gezin. Leuk om haar weer eens te spreken. We hadden al contact via Facebook en wisten dat wij in elkaars nabijheid verbleven. Het treffen was amicaal en gezellig. Wij wisselden even wat belevingen, tips en historie uit alvorens ik door wandelde naar mijn tempel.

Het gaat hier om de ‘Wat Chedi Luang’. Deze tempel bevindt zich hemelsbreed 100 meter van ons verblijf. Het wordt gekarakteriseerd door een oude ruïne van een tempel. Hoog en vergezeld door gouden Boeddhabeelden. De omliggende beelden en tempelgebouwen doen niets af ten opzichte van dit centraal gelegen gedeelte. Al met al mooier dan de tempel op de hoge berg. Entree was hiervoor 50 Baht. 

Daarna sluip ik nog langzaam langs de weg en bekijk nog een vrij betreedbare tempel en het monument van de drie koningen. Onderweg spreekt een local mij aan met de bekende vraag waar ik vandaan kom. Vaak is er geen directe herkenning, maar de beste man verteld mij dan zijn vrouw uit Den Bosch komt, hij van origine een Vietnamees is en ze woonachtig zijn in Singapore. Als ik dan vertel dat ik Den Bosch goed ken, in Vietnam ben geweest en Singapore heb bezocht, voel ik mij een beetje opschepperig en trots tegelijk. Want inderdaad ben ik al best bereisd in Azië. Net zoals de metgezel van collega Astrid al opmerkte.

De rest wandel ik met trots door de straten van Chiang Mai. Ik reken mijzelf rijk dat ik dit kan en mag doen. De wereld is te mooi om te klein te houden. Je moet ontdekken, je moet jezelf Christopher noemen en aan de hand van alle hedendaagse middelen de wereld (her)ontdekken. 

De voetjes gaan omhoog als ik terug arriveer in het hotel. De avond wordt wederom ingevuld in het gedeelte van de Night Market. Deze is nu vele malen groter door de dag, zaterdag. Er wordt afgesloten met een drankje en een poolbiljart. Ik moet steeds beter mijn best doen tegen Karsten. Hij pikt het snel op.

 

Morgen vliegen we naar Krabi. Zon, zee en strand zullen daar de boventoon gaan voeren. De tweede week is begonnen en ik voel me thuis in Thailand. Hoe lang zou ik het hier kunnen volhouden? Vraag me dat nogmaals over twee weken.

Volg mij op social media: